Op 21 maart 1938 verwierf de lenige provinciale regering, geïnspireerd door gouverneur Hubert Wilwigan, Bokrijk. Verwilghen streeft naar een openbare ruimte die cultuur en natuur integreert. Een paar jaar later werd zijn visie gerealiseerd onder de actieve promotie van gouverneur Louis Roppe. Op 6 oktober 1953 besliste Provinciale Staten van Limburg om in Bokrijk een openluchtmuseum te vestigen. Met de naoorlogse industriële revolutie en de continue ontwikkelingsprojecten in de jaren vijftig onderging de leefomgeving in Vlaanderen enorme veranderingen. Voor Vlaanderen verdwijnen agrarische gebouwen met een belangrijke cultuurhistorische waarde uit het landschap. Dr. Jozef Weyns werd aangesteld om het project te coördineren en bleef de eerste curator van het Bokrijk Openluchtmuseum. Op 12 april 1958 werd het museum voor het publiek geopend, wat Limburgs bijdrage is aan Expo 58 (Wereldtentoonstelling in Brussel). Er zijn 148 authentieke gebouwen die de kern vormen van de erfgoedcollectie. Van de 17e eeuw tot 1950 bevat de serie ook ongeveer 30.000 stukjes uit het dagelijkse leven. Het product is ontworpen om interactief te zijn, inclusief medewerkers die in verschillende periodes als personage hebben gediend. Het oudste gebouw dateert uit 1507. Hoewel de focus ligt op boerderijen en landbouw, zijn andere voorbeelden van het plattelandsleven onder meer smederijen, scholen, kerken, hotels en de gebouwen van verschillende ambachtslieden. Door wijzigingen in de Belgische erfgoedwetten kunnen gebouwen nu alleen op hun plaats worden gehouden. Er kunnen dus geen gebouwen meer naar Bokrijk verhuizen.
|
https://www.dergatsjev.be/2020/09/bokrijk.html |
